Onze samenleving lijkt op een koppel dat gescheiden is van tafel en bed: de overheid is de baas over alles wat te maken heeft met het algemeen belang zoals straten, rivieren, sociale zekerheid...
Alle andere terreinen vallen onder ‘de vrije markt’ en dat is het exclusief territorium van 'de privé'. De overheid moet zich daar niet mee bemoeien, heet het. Op dat terrein gelden de wetten van de sterkste of meest innovatieve. Winst en eigenbelang zijn daar de drijfveren.
Zo wonen de twee echtgenoten nog onder hetzelfde dak maar echt samenleven is er niet meer bij. En leuk dat dat is. Overheid noch bedrijven vinden oplossingen voor de immense uitdagingen waar we voor staan.
Grote bedrijven met een monopolie verzamelen steeds meer macht en blijven groeien, ten koste van hele bevolkingsgroepen en landschappen.
Gelukkig tonen steeds meer groepen mensen dat er nog een derde weg is. Coöperaties, burgercollectieven, netwerken van producenten en gebruikers geven vorm aan onze samenleving zonder de marktprincipes als winstbejag of concurrentie slaafs te volgen.
Ze delen in plaats van te kopen, ze overleggen in plaats van zich te gedragen als individuele consumenten, ze werken samen in plaats van te concurreren.
Even goed zetten ze hun voet naast die van de overheid want ze profileren zich als collectieve mede-eigenaars van gronden, gebouwen of straten. Of van kennis, cultuur, voedsel of hernieuwbare energie.
Wedden dat samenwerken, delen en democratische besluitvorming op termijn de standaard worden in onze manier van leven?